Aanvankelijk was teamleider John van Kleijnenbreugel van Kemper Beton
teleurgesteld toen hij hoorde dat de productie zou verhuizen van Tilburg naar
Dodewaard. Hij dacht na over ander werk, maar besloot toch te blijven. En gelukkig
maar, want het bleek de moeite waard. Nu rijdt hij net zoals veel anderen van het team dagelijks van Brabant naar Dodewaard.
‘‘We zagen het destijds wel een beetje aankomen, maar het was toch pijnlijk toen we op 4
juni 2024 hoorden dat we met de productie weg zouden gaan uit Tilburg. Rondom onze
productiehallen werden steeds meer terreinen aangekocht door dezelfde persoon, dus we
vermoedden wel dat wij ook weleens aan de beurt zouden kunnen komen.”
De commercie van Kemper Beton bleef wel in Tilburg en kreeg daar op een steenworp
afstand een nieuwe werkplek. De productieafdeling trok begin 2025 in hal 4 en 5 op het
terrein van Romein Beton in Dodewaard.
Uitdaging
‘‘Nadat ik aanvankelijk overwoog om weg te gaan, begon ik toch de uitdaging te zien van het
opbouwen op een nieuwe plek. Toen mijn collega, kwaliteitscontroleur Duncan Gourlay en ik
gevraagd werden op het in eerste instantie hier op te zetten, heb ik dan ook ja gezegd.
Duncan wilde dat ook wel en zo zouden wij in eerste instantie tot begin juni van dit jaar hier
werken.”
Maar dat liep anders. ‘‘Ergens in maart van dit jaar zat ik op vrijdagmiddag met hem in de
auto terug naar Tilburg en praatten we nog even na over de dagen die achter ons lagen. We
hadden een hele fijne week gehad, goed geproduceerd. We waren allebei vrolijk. Ik keek
hem aan en zei: Wat denk je ervan? Ik heb wel zin om door te gaan. Hij zei dat ik ‘m de
woorden uit de mond haalde en de week daarna hebben we allebei besloten ook na 1 juni te
blijven.”
Ze zijn niet de enigen die vanuit Tilburg zijn meegegaan naar de nieuwe werkplek. ‘‘De
verwachting was dat de jongens uit de productie zouden vertrekken en we op zoek zouden
moeten gaan naar nieuwe collega’s, maar dat bleek toch anders. Bijna iedereen van het
team ging mee.”
Teruggekeerd bij Kemper
Er zijn zelfs twee mensen teruggekeerd die aanvankelijk elders een baan hadden gevonden.
‘‘Negentig procent van de mensen waarmee we in Tilburg de productie draaiden, werkt nu
hier. Dat zegt wel iets. We hebben een goed team en we vinden het fijn om er samen iets
moois van te maken.”
‘‘Hoe dat komt dat wij zo hecht zijn? We werken al heel wat jaren samen en je maakt veel
samen mee. Op het werk, maar ook op privégebied. Ik ben ook echt geïnteresseerd in wat
mensen buiten hun werk bezig houdt. En als je goed in je vel zit, dan is dat ook prettiger
werken en komt het uiteindelijk de productie ten goede.”
Dat de commercie op afstand zit, is volgens John geen probleem. ‘‘Natuurlijk kun je niet even
bij elkaar binnen lopen, maar bellen of elkaar spreken via Teams werkt ook. En het grootste
deel van de tijd in Tilburg was ik toch voornamelijk in de productie te vinden.”
Zelfverdichtend beton
Natuurlijk loopt niet alles vanaf dag 1 op rolletjes, maar dat was ook niet de verwachting.
John: ‘‘We zitten niet alleen op een andere plek, de werkwijze is ook veranderd. Omdat we
de keerwanden nu anders storten en niet meer vanuit de carrousel maar stationair werken, is het wennen. Ook werken we met zelfverdichtend beton en het is steeds zoeken naar het
goede mengsel. Ik zie dit vooral als een jaar van overgang en opbouwen. Soms zet je een
stap vooruit soms een stap achteruit.”
Klanten merken daar niets van. ‘‘De wanden die wij leveren zijn van goede kwaliteit en we
kunnen grotere maken dan in Tilburg. Het gaat meer om interne zaken. Doordat we nog aan
het inregelen zijn, zijn er vaker producten die we moeten afkeuren omdat ze niet aan onze
strenge eisen voldoen. Dat is ook logisch als je net bent begonnen. Bovendien zaten we in
Tilburg, toen we nog niet met zelfverdichtend beton werkten, met hooguit één afgekeurde
wand per week. Dat was ook wel extreem laag.”
